Als onweerchaser en onweerredacteur bij de VWK (ja ja, Hans heeft meerdere hobby's waar spanning in zit ) krijg ik ook wel eens zulke vragen binnen.
Tot zover ik weet is het helaas wél gevaarlijk.
De aarde, de douchebak of je eigen lichaam hebben op ieder moment een zeker elektrisch potentiaal welke doorgaans gelijk is aan de aarde. Dat betekent dat er een tekort of teveel aan elektronen is. Tot zover niets aan de hand.
Maar nu nadert de bui. De wolk, in feite een massa van tientallen miljoenen tonnen water en lucht, heeft een ander potentiaal verkregen. Op den duur wordt het verschil zo groot dat er doorslag plaatsvindt. Het verschil in potentiaal tussen wolk en aarde wordt dan tijdelijk en plaatselijk opgeheven door een bliksemontlading. Er stromen dan elektronen van de plek met een overschot naar de plek met een tekort. De plek waarlangs de elektrische lading zich verplaatst staat dan onder stroom. Inderdaad, niet slechts onder spanning maar werkelijk onder
stroom.
Laten we eens aannemen dat de wolk een overschot aan elektronen bevat en de aarde een tekort. Er treedt een inslag op, die op een zeker punt contact maakt met de aarde.
Let op: hier zien we dat de praktijk afwijkt van de schone theorie waarin alles in een flits voorbij is. Dat komt door de enorme schaal van een en ander. Immers, de twee massa's met verschillende potentialen zijn beiden geen kleine blokjes maar lichamen met een forse afmeting van in werkelijkheid meerdere kubieke kilometers. Zodra er een poging wordt gedaan het potentiaalverschil op te heffen, moeten de elektronen die arriveren dan wel onttrokken worden vanuit het
hele blok massa het contactpunt bereiken of ervandaan gaan. Ze komen dus van alle kanten naar het contactpunt toe of ze vluchten er in alle richtingen van weg.
We zien dan een soort half bolvormig gebied in de grond ontstaan waarin het potentiaal naar alle kanten kwadratisch afneemt. Het gevolg is dat er veel elektronen over enige afstand moeten worden weggeleid in het massablok dat we de grond noemen. Ze verplaatsen zich radiaal bij het inslagpunt vandaan, verspreid het massablok in.
Dat betekent dat niet alleen in het bliksemkanaal zelf, maar ook in de grond en in alle andere goed tot matig geleidende materialen in (vooral) de dichte nabijheid van het inslagpunt gedurende korte tijd een elektrische stroom gaat lopen, net zolang totdat het tekort in het hele massablok is opgeheven. Wanneer het eindelijk zover is vervalt de noodzaak tot een bliksem en dan zal deze doven. Maar in de korte tijd tussen het begin van de inslag en het doven van de bliksem, loopt er dus wel degelijk een elektrische stroom. Ook door de grond.
Die stroom, die radiaal afneemt bij het inslagpunt vandaan, loopt natuurlijk liever door een goed geleidend object dan door een isolator. Over het algemeen is daarom
elk goed geleidend voorwerp van enige afmeting nabij een inslagpunt in gevaar tijdens de duur van de bliksem. Wanneer het voorwerp, een mens bijvoorbeeld, beter geleidt dan de grond waar hij op staat en dan op twee of meer punten contact maakt met de grond, dan zal de stroom bij voorkeur de weg met een lagere weerstand prefereren en een voorkeur hebben voor het lichaam. Zijn de contactpunten, hier je voeten, op grotere afstand van elkaar en is één voet beduidend dichterbij een ander stroomvoerend object richting het inslagpunt dan je andere voet, dan kan je wel eens de sjaak zijn.
Daarom wordt ook altijd aangeraden om op je hurken te gaan zitten wanneer je in het open veld geen dekking hebt. Weliswaar ben je dan hoger zodat de kans van een inslag op je hoofd groter is, maar wanneer je plat gaat liggen kan een eventueel optredend potentiaalverschil tussen je borst en je voeten je wel eens fataal worden. Denk maar aan koeien die met vier poten ver bij elkaar vandaan op de grond staan. Wanneer het potentiaalverschil tijdens de inslag vlakbij een koe vanaf de voorpoten tot de achterpoten te groot wordt, overleeft het dier het niet.
Het is daarom niet verstandig om tijdens een stevig onweer contact te maken met metalen onderdelen die tot de draagconstructie van een gebouw of tot het elektrisch systeem behoren, wanneer je gelijktijdig ook een "ander" voorwerp aanraakt. Want als jij de goed geleidende link bent tussen voorwerp A (dichtbij het inslagpunt) en voorwerp B (verder weg ervan), dan zal er een stroom door jou heen gaan lopen.
Als je in je geheel halverwege in een metalen constructie zoals een brandtrap gaat zitten, overkomt je dus hoegenaamd niks. De constructie geleidt beter dan jouw lichaam en op alle punten waarop je contact met de constructie maakt zal de stroom daarom liever in het voorwerp blijven dan door jouw lichaam te lopen. Maar wanneer je aan de kraan water drinkt terwijl je voeten op de badkamervloer staan, dan is jouw lichaam een betere geleider van de stroom dan het houten aanrecht. In dat geval krijg je mogelijk een beste klap te verwerken wanneer er een potentiaalverschil ontstaat tussen de waterleiding (de grond dus) en de vloer van je badkamer, ofwel verdieping één van je huis.
Omdat je niet weet wanneer en waar een inslagpunt verschijnt, kan je vooraf niet inspelen op hoe het potentiaalverschil in de grond en in allerhande voorwerpen eruit zal gaan zien. Het beste is het daarom om voorzichtig te zijn met geleidende objecten tijdens onweer. Dat betekent liever niet douchen, de afwas doen of aan de lichtschakelaar sleutelen.
...het inslagpunt van de vorige twee foto's: ZL-MEE mast 110. Dat specifieke exemplaar is vaker het haasje. Eerlijk is het niet.