Verschillende soorten ophanging in één verbinding

[ktf]

Hallo allen,

Zojuist heb ik de pagina "Verschillend hangende isolators" gelezen en wat rondgezocht, maar ik heb toch nog een vraag. Ik hoop dat het een leuke vraag is

Als ik de snelweg richting Zeeland neem, tussen Bergen op Zoom en Goes, ligt langs de snelweg een mooie 150kV verbinding, uitgevoerd in Donaumast. Het stuk in Brabant (tussen Roosendaal en Bergen op Zoom bijvoorbeeld), is de bovenste geleiders opgehangen met een V-ophanging, en de onderste geleiders met een dubbele ketting recht omlaag. Zie bijvoorbeeld deze foto: https://www.hoogspanningsforum.com/down ... p?id=28102

Zodra je de provinciegrens overgaat naar Zeeland, lijkt de mast qua afmetingen vrijwel hetzelfde, de bovenste geleiders lijken t.o.v. de geleiders eronder hetzelfde te hangen. Hier hangen alle geleiders echter in halfverankering. Zie bijvoorbeeld deze foto: https://www.hoogspanningsforum.com/down ... p?id=29076

Mijn vragen zijn nu:
1) waarom hangen in Brabant de bovenste geleiders met een v-ophanging? Is dit om ze zo dicht mogelijk bij de toren te krijgen misschien? Op misschien dat de wind net iets hoger boven het land net iets harder staat?
2) waarom zou men in Zeeland voor een andere ophanging zijn gegaan, met een (op het oog) mast van gelijke proportie? Ik begrijp dat dit te maken heeft met dat er vroeger sprake was van PZEM/PNEM scheiding, maar is er ook een technische reden aan te wijzen?

Alvast bedankt voor je reactie.

[Tom]

Dat heeft waarschijnlijk met verschillende strategie tegen lijndansen te maken. Ooit hadden beide verbindingen hetzelfde isolatorontwerp.
Uit de jaarverslagen van de SEP valt op te maken dat PNEM nogal eens berichtte over lijndansschade.
Men heeft waarschijnlijk een programma opgestart om bij bestaande lijnen de afstand tussen geleiders aan boven- en ondertraverse te vergroten.
Daardoor zijn de geleiders van de ondertraverse verlaagd met een stalen jukje en de geleiders van de boventraverse verhoogd via de V-ophanging.
De PZEM was blijkbaar minder bevreesd voor lijndansen en heeft de oude situatie gehandhaafd.
Andere, meer recente lijnen van de PNEM, zoals Geertruidenberg - Breda uit de 70'er jaren hebben ook opvallend grote afstand tussen boven en ondertraverse.
Foto van Roosendaal - Woensdrecht.

DSCL0845-b2.jpg (420.35 KiB) 1184 keer geschouwd

[ktf]

Aha, interessant. Nu je het zegt, dat stalen juk zie ik elders ook niet inderdaad.

Dit geeft meteen aanleiding voor een nieuwe vraag: waarom is het voldoende om de afstand tussen de bovenste en onderste geleiders te vergroten? Blijkbaar is het niet nodig om de horizontale afstand tussen de onderste geleiders te vergroten?

Als ik kijk op de pagina "Lijndansen, spanningsdippen, ijzel en ijsworp: alle feiten in het kort" en kijk naar de filmpjes lijkt lijndansen inderdaad een fenomeen te zijn waarbij de geleiders voornamelijk verticaal bewegen, maar het staat er niet met zoveel woorden.

[maurice]

Lijndansen is inderdaad voornamelijk een verticale beweging.
Daarnaast is een vergroting van de horizontale afstand ook moeilijk te realiseren zonder de mast grondig aan te passen. Ook kan de breedte van de zakelijk recht strook een probleem worden.
Kortom: ik kan me goed voorstellen dat ze destijds alleen de verticale afstand hebben aangepast.

[ktf]

Gisteren ben ik er nog eens langsgereden, en het viel me op dat de afstand tussen de bovenste en onderste traverse tussen masten hier en daar verschilt. Het was op de snelweg, dus ik kon er mijn aandacht niet te lang op houden. Het leek wel alsof de bovenste traverse bij sommige masten later verhoogt is. Ik zal eens kijken of ik er een keer foto's van kan maken.

In ieder geval bedankt voor de uitleg!

[voltron]

Dat heeft waarschijnlijk met verschillende strategie tegen lijndansen te maken. Ooit hadden beide verbindingen hetzelfde isolatorontwerp.
Uit de jaarverslagen van de SEP valt op te maken dat PNEM nogal eens berichtte over lijndansschade.
Men heeft waarschijnlijk een programma opgestart om bij bestaande lijnen de afstand tussen geleiders aan boven- en ondertraverse te vergroten.
Daardoor zijn de geleiders van de ondertraverse verlaagd met een stalen jukje en de geleiders van de boventraverse verhoogd via de V-ophanging.
De PZEM was blijkbaar minder bevreesd voor lijndansen en heeft de oude situatie gehandhaafd.
Andere, meer recente lijnen van de PNEM, zoals Geertruidenberg - Breda uit de 70'er jaren hebben ook opvallend grote afstand tussen boven en ondertraverse.
Foto van Roosendaal - Woensdrecht.
DSCL0845-b2.jpg

Maar is die wijziging dan in de hele provincie toegepast? Die V- masten komen in heel Noord Brabant voor en die Zeeuwse variant zie je weer overal in de provincie Zeeland.

[Tom]

Volgens mij is Eindhoven - Helmond een uitzondering. Rest van de lijnen met dit masttype heeft voor zover ik weet de aangepaste ophanging.

[Dave]

Deze ophanging is er ook in limburg op de lijn Maarheeze - Nederweert en Nederweert - Kelpen, hoewel deze ophanging configuratie bij de brabantse grens ophoud