Die gaat wel degelijk op, want het is gewoon natuurkunde.

4 kA als maximale stroomsterkte levert nu eenmaal een trafo op waarbij het maximale machinevermogen met 10 kV kleiner is dan bij 20 kV of 33 kV. Wil je toch hetzelfde vermogen koppelen, dan heb je meer trafo's nodig.
De sleutel zit hem in wat je al zegt, is het bovenliggende net voldoende vermaasd? Als er relatief veel 150 kV in een gebied aanwezig is, of als je veel koppelpunten hebt (en dus veel transformators), dan kan je volstaan met een relatief beperkte capaciteit per trafo. In je MS-net zijn de afstanden en voedingsgebieden dan telkens beperkt zodat 150 kV in feite daar zelf al de functie van tussenspanning en hoogspanning tegelijk kan vervullen. Op zo'n plek is het inderdaad voordeling om een tussenliggend net te elimineren of niet aan te leggen.
Om voor de hand liggende redenen zijn dat ook de gebieden waar transportschaarste een kleiner probleem is dan in dunne netdelen, waar de hoogspanningsdichtheid lager is en de koppelpunten verder uit elkaar liggen. Er is in zo'n gebied niet alleen meer kilometer middenspanning nodig om het gebied te dekken, maar bij een lage middenspanning moeten de draden ook significant dikker zijn. In zulke gebieden kan het lonend zijn om een extra niveau toe te passen en daarmee een beter werkbare balans te vinden tussen transport/transportverlies, materiaalgebruik, het aantal benodigde trafo's/invoedingspunten en soms ook het strategischer vermazen van het bestaande net.
Overigens is er ook in onze mailbox een bericht binnengekomen dat gedeeltelijk dezelfde strekking heeft als dat van jou. De helaas anonieme aandrager suggereert dat het kernprobleem hogerop in de hogere netten ligt. Daar zal zeker ook een probleem liggen, maar het is niet zo dat het grootste probleem zich daar bevindt. We zien dat de grootste transportschaarste in Nederland vooralsnog in het MS-niveau zit. Dat er 20 kV-ready wordt gebouwd is ook bekend, en wat hij aanhaalt met 'dan moet je alle kabels vervangen' is een stroman, want we vragen ons in het voorpagina-artikel niets af over bestaande 20 kV. Het is vooral de keuze voor überhaupt 20 kV bij nieuwe aanleg, waardoor vervangingsvraagstukken in bestaande 20 kV een onjuist argument zijn.
Wat open blijft staan is wat werkelijk het prijsverschil is tussen enerzijds 10/20-24 kV en anderzijds 33 kV, en of de compactstations voor 33/10 kV werkelijk groter zijn dan die voor 20/10 kV. Als iemand daar verstand van heeft kan het interessant zijn om eens dieper te kijken.
In het artikel op de hoofdpagina wordt gesuggereerd dat het ontbreken van een tussenspanning de reden is voor veel transport problemen. In de (openbare) congestie rapporten van TenneT staat dat de problemen zich voornamelijk voordoen op de koppeltransformstoren naar de 380 of 220 kV. De benodigde capaciteit is ontworpen voor het verwachte provinciale verbruik, wat laatste tijd snel gestegen is en opeens veel opwek kan bevatten. Het ontbreken van tussenspanning heeft hier niks mee te maken.
Waarom Liander 20 kV toepast ipv 33 kV is logisch. Tegen zeer beperkte meerkosten kan je een 24 kV installatie kopen, die qua formaat vergelijkbaar is met de 12/17 kV installatie. Dat geldt ook voor kabels. Sterker nog, als je de moffen vervangt kan je 20 kV op een 10 kV kabel zetten. Zou je naar 33 kV gaan heb je grotere Compactstations nodig en moet je al je kabels vervangen. Door 20 kV kan je een groot deel hergebruiken. Daarnaast wordt vrijwel alle 10kV nu 20 kV ready aangelegd.